Met knikkende knieën trad
ik de ruimte binnen. Een vriendelijke, maar strenge vrouw vroeg me om te
wachten. Ik bleef alleen achter. Had ik me wel goed voorbereid? Ik keek om me
heen en zag boeken en tijdschriften over Rechtsgeleerdheid, het Utrecht Law
College, Almanak en Sirius. Wacht eens even, Almanak? Wat was dat? Daar had ik
niets over gehoord!
Snel pakte ik het blad en
bladerde het haastig door, zonder dat ik het echt kon lezen. Dit was vooral te
wijten aan het angstzweet dat me uitbrak. Stel je voor dat ze juist hierover
een vraag zouden stellen! Ik zou door de mand vallen en geen kans meer maken om
toegelaten te worden tot het exclusieve Utrecht Law College.
Het ULC organiseert allerlei
interessante, praktijkdingen met enthousiaste studenten waardoor je de theorie in
leert toepassen. Juist daardoor gaat de studie meer leven. Net toen ik mij had
voorgenomen dat ik voor het ULC wou gaan, werd de deur open gedaan. ‘Manoek?
Kom binnen.’
Tegenover mij zat een man:
the bad cop hij vuurde kritische
vragen op me af. De vrouw keek mij indringend aan. Toen hij mijn cijfers
uitgebreid de revue had laten passeren vroeg hij: ‘Goed Manoek, wat weet je
eigenlijk allemaal al van ons?’. Ik wist nog steeds niet wat Almanak was, en of
het van belang was om het te weten. Beiden keken mij afwachtend aan. Het begon
me te duizelen. ‘Ik weet dat jullie een honours opleiding zijn, en dat jullie
een eigen studievereniging hebben: Sirius. Er wordt van de studenten verwacht
dat ze actief meedoen aan de studie en daarnaast extra initiatieven nemen.’
Snel deed ik een schietgebedje.
Even bleef het stil. ‘Dat
klopt helemaal ja’, was het verlossende antwoord van de vrouw. ‘In je
motivatiebrief hebben we gelezen dat je graag schrijft, organiseert en leest.’.
Ik knikte instemmend, ‘Kan je ons vertellen wat je zoal leest?’. Mijn hersenen
weigerde dienst, er was sprake van kortsluiting. Ik dacht aan de slechte roman
waarin ik net was begonnen. Niet aan de enorme boekenlijst met de vele
literaire hoogstandjes die ik had gelezen voor het vak Nederlands. Nee, integendeel,
als de naïeve eerstejaars studente die ik ben, noemde ik de schrijfster: Heleen
van Royen. Ze wisselde een blik met the
bad cop. ‘Heleen van Royen? Die lees ik ook!’, zei ze toen, en ze gaf me en
knipoog.