zondag 16 oktober 2011

Het internationale aspect van rechten studeren

Veel van mijn vriendinnen die een universitaire studie doen, moeten veel studieboeken lezen die in het Engels geschreven zijn. Bij rechten is dit, gelukkig voor sommigen, niet zo. Tenminste tot nu toe nog niet. Alle vakken, alle boeken en alle hoorcolleges zijn in het Nederlands. Af en toe moeten we wel eens een artikel of een arrest in het Engels lezen, maar daar blijft het bij.

Ook al is de studie niet in het Engels, toch heeft rechten studeren wel een internationaal aspect. De vakken van Internationaal- en Europees recht gaan natuurlijk over internationale vraagstukken. Het vak rechtsgeschiedenis had niet alleen betrekking op Nederland. En wat ik zelf erg leuk vind: sommige werkcollegedocenten hebben een niet-Nederlandse achtergrond. Tot nu toe zijn de volgende nationaliteiten geweest: Amerikaans, Belgisch, Frans en Albanees.

Voor het vak Internationaal recht hadden wij een Amerikaanse docente. Tijdens het eerste werkcollege moest iedereen zichzelf voorstellen en een ‘fun fact’ over zichzelf vertellen. Toen kwamen we erachter dat er een buitenlandse studente in ons midden zat. Zij kon Nederlands niet verstaan en toen besloten we dat er vanaf dat moment alleen nog maar Engels gepraat zou worden tijdens de werkcolleges. Dit duurde echter niet lang, want tien minuten later kwam de buitenlandse studente erachter dat ze in het verkeerde lokaal zat. Zij volgde public labour law en niet public law.

Voor het vak Staats- en bestuursrecht hadden we een Belgische docent. Vlaams lijkt natuurlijk zo erg op Nederlands, dat er bijna geen verschil te merken is als de docent praat. Toch was het wel merkbaar dat hij uit Belgiƫ kwam, want hij wist veel te vertellen over het Belgische staats- en bestuursrecht. Ook bij onze Amerikaanse docente was het leuk dat zij veel wist over de Verenigde Staten.

Op dit moment heb ik voor het vak Europees recht een Franse docent. Het is echt grappig gewoon hoe een Frans accent een Nederlands woord heel anders kan laten klinken. Toch is hij goed verstaanbaar en ik vind het ook erg toepasselijk om voor een vak als Europees recht niet een Nederlandse docent te hebben, maar een ‘Europese’ docent uit Frankrijk.

Voor het andere vak dat ik op dit moment heb, Strafprocesrecht, hebben we een Albanese docent. Dit heeft niet veel toegevoegde waarde voor het vak, maar toch vind ik een buitenlandse docent altijd leuk. Misschien komt dat omdat ik op mijn middelbare school alleen maar Nederlandse docenten heb gehad. Een beetje variatie hou ik wel van.