zondag 24 april 2011

De ULC-mentaliteit

Ruim twee weken geleden kreeg ik tijdens een werkcollege Bestuursprocesrecht een gemaakte opdracht terug. Mijn partner en ik kregen een 8.8, waar we uiteraard zeer content mee waren. Mijn buurvrouw haalde een lager cijfer, een 7,5. Ook zeker niet slecht, zou je denken. Ik zou daar best tevreden mee zijn geweest. Het cijfer telde voor 25% mee voor het eindcijfer, en dus leg je met een 7,5 alvast een mooie basis.

Daar dacht mijn buurvrouw echter iets anders over. Helemaal toen ze merkte dat ze met een 7,5 het laagste cijfer van de klas had gehaald. Ze kon het maar niet hebben. Mijn pogingen om haar enigszins gerust te stellen, mislukten faliekant.

Van binnen kreeg ik een enorme grijns op mijn gezicht, want dit tafereel zie je alleen bij ULC’ers. Bij de ‘normale’ rechtenstudenten zou een 7,5 – terecht – met tevredenheid worden ontvangen. En ik kan het weten, want pas na een half jaar maakte ik de overstap naar het Utrecht Law College.

Daar heb ik overigens geen moment spijt van gehad. ULC’ers zijn allesbehalve wereldvreemde nerds die zichzelf als ‘de elite’ zien, zoals het vooroordeel toch een beetje luidt. Het zijn gezellige doodnormale studenten, die ook regelmatig brak een lokaal binnenstrompelen met een leeg collegeblok en al bluffend proberen te verdoezelen dat ze zich niet voorbereid hebben.

Als ULC’er kom je binnen de kortste keren in aanraking met allerlei boeiende juridisch getinte activiteiten. Voor je het weet zit je in één of meer commissies en heb je je voor de zoveelste keer in een pak gehesen om rondgeleid te worden bij één van de grote advocatenkantoren op de Zuidas. Tel daar het ‘communitygevoel, de reisjes naar onder meer Londen en Istanbul, de talloze lezingen, en het ietwat intensievere onderwijs bij op, en de conclusie dring zich op dat iedereen die de studie Rechten erg leuk vindt/lijkt, een poging moet wagen bij het ULC te komen.

Je wordt wel geacht goede cijfers te halen, maar ach, die soep wordt ook niet zo heet gegeten als ie wordt opgediend. En een leuke bijkomstigheid is dat die verwachting van goede cijfers zorgt voor een ietwat onbewuste, leuke onderlinge competitie om niet onder te willen doen voor de rest.

En dan zijn er nog de werkgroepen. ULC-werkgroepen staan veelal in schril contrast met de ‘normale’ werkgroepen. Nou ja, nu chargeer ik een beetje, maar feit is dat het bij een ULC-werkgroep zelden stil is en dat er na een besproken opdracht minimaal vijf vingers in de lucht gaan voor additionele vragen. Bij minder bel ik de krant. ‘Normale’ werkgroepen daarentegen zijn bij vlagen net zo stil als de Katholieke kerk inzake het kindermisbruik. En dan is het wel eens lastig om gemotiveerd blijven met zo’n hoog gehalte ongemotiveerdheid om je heen.

Aldus, om een (te) lang verhaal kort te maken: iedereen die een studie Rechten overweegt, moet het Utrecht Law College serieus overwegen. Al was het maar om een keer het hierboven beschreven fenomeen van de oprecht gemeende ontevredenheid bij een 7,5 te mogen aanschouwen.