dinsdag 7 februari 2012

Eliteclubje


In Utrecht hebben we het Utrecht Law College: een honoursprogramma waarmee een select clubje studenten zich onderscheidt van de rest. Ze hebben een oefenrechtbank, doen extra opdrachten, hebben een eigen studievereniging en eigen werkgroepen. Het idee is om de écht gemotiveerde studenten bij elkaar te zetten, zodat ze geen last ondervinden van de middelmatige studiegenoot.

In NRC wordt het ULC echter genadeloos in de hoek gezet. “Nog grappiger is de maatregel die de Utrechtse rechtenfaculteit neemt om tot excellentie te komen. (…) ‘Benchmark’ voor de selectie voor dit exclusieve Law College is een 6.”

Toch kan ik me niet helemaal vinden in de honende toon van de auteur. De initiatiefnemers van ULC staan zich er juist op voor dat ze niet alleen kijken naar cijfers, maar ook naar motivatie. Belangrijk hierin zijn de extracurriculaire activiteiten – als je ondernemend bent, is dat een enorme aanbeveling.

Maar als puntje bij paaltje komt, ga je er anders naar kijken. Ik ben afgewezen voor het ULC en dat behoefde volgens de selectiecommissie geen verdere uitleg. Als scholier met een 6,9 gemiddeld, motivatie te over en een waslijst aan buitenschoolse activiteiten is dat vreselijk frustrerend en onbevredigend. Ik ben niet rancuneus, maar baalde wel als een stekker. Dus ik ging op onderzoek uit. Wie was er wel toegelaten, en waarom?

Tijdens de UIT ontmoette ik toevalligerwijs een meisje dat was toegelaten. Ze vertelde gierend van het lachen dat ze zich nauwelijks had voorbereid en dat haar selectiegesprek helemaal nergens op sloeg – ook twee van haar klasgenoten waren toegelaten en het kon ze allemaal vrij weinig schelen. “Ik kwam net terug van vakantie, ik wist niet eens dat ik dat gesprek had!”

Ik dacht terug aan mijn gesprek. Weken voorbereiding gingen eraan vooraf. Ik had een dikke map gekocht en deze volgepropt met kopieën van certificaten, diploma’s, krantenartikelen en zulks. Tijdens het gesprek had ik deze geschonken aan de commissie, zodat ze na het gesprek nog eens alles rustig konden bekijken.

Een studiegenootje dat ook is afgewezen, haalt nu achten en negens en schrijft zelfs samenvattingen voor de studiewinkel. Ze gaf me op verbitterde toon een verklaring. “Als je eenmaal blond bent en een lange achternaam hebt, word je toegelaten.” Ik keek haar aan en wees grinnikend op m’n haar. “Oh,” vervolgt ze. “Dan weet ik het ook niet.”

Het punt is dat niemand enig idee heeft. En dan valt zo’n sneer in NRC te verwachten.