De adjudant
Het mag geen groot geheim heten dat ik heimlijk verlang naar de tijd dat studenten in klassieke, hoge ruimtes pijp rookten en schaak speelden. F. Scott Fitzgerald leefde daadwerkelijk in deze tijd en dichtte een boek aan de materie: het redelijk zoetsappige ‘This side of paradise’.
Doch de tijden hebben zich rigoreus veranderd. De student die zich bekwaamt aan eeuwenoude universiteiten is niet meer het toonbeeld van deftigheid, savoir faire of etiquette. Sterker nog, een trend van algehele slonzigheid lijkt zich duidelijk te manifesteren. De heer student scheert zich niet met regelmaat maar placht een driedagenbaard zorgvuldig bij te houden (enkelen trimmen deze zelfs), de baard is geheel terug van weggeweest en hier en daar ziet men zelfs een snorretje. Cary Grant zou zich in zijn graf omdraaien.
Excuseert u mij, maar in mijn ogen wordt er krampachtig geprobeerd om ‘relaxed’ voor de dag te komen, als ware men net uit het bed gestapt. Dat er daadwerkelijk lieden bezig zijn met nabootsing van een out of bed look vind ik niet alleen bijzonder vermakelijk, het getuigt ook van een grenzenloze ijdelheid.
Want ijdel is de man zeker geworden. Attributen die slechts enkele jaren geleden exclusief voor de vrouw waren gereserveerd verschijnen nu om halzen, vingers, oren en voeten. Mijn grootvader, ruste hij in vrêe, zou waarschijnlijk een jongenman met hoge laarzen als adjudant aanzien en zich verdomde snel naar het gareel snellen. Jawel, vroeger waren de tijden nog echt hard.
Wellicht manifesteert zich daar wel het grote probleem: ondanks alle stoeren baarden, snorren en glazend lang schoeisel is de mannelijke student geen échte man meer. Steeds vaker lees ik zelfmedelijdend-achtige kreten –gister teveel gedronken, nu heel ziek mimimi- of aanschouw flapdrollerige daden (permanente apathie in combinatie met online tijdverderf). Nu kunt u mij van de oude stempel noemen, maar ik ben groot gebracht dat een man niet klaagt. Des ochtends een vent, des avonds een vent, nietwaar?
Want aan miepende jochies,
daaraan had grootvader een broertje dood.