woensdag 26 oktober 2011

De verzuilde studentenwereld

Vroeger moest het een stuk eenvoudiger zijn geweest. Wie niet deel uit maakte van jouw zuil werd het liefst gemeden. Men sprak elkander niet of amper en vriendschappelijke of romantische relaties waren uit den boze. Het had haast iets weg van een kastensysteem. Men leefde in de eigen kaste.

Dit systeem bestaat al enige tijd niet meer. Doch zo nu en dan merk ik op dat de nadagen van de verzuiling nog steeds voelbaar zijn in de studentenwereld. Laat ik dit illustreren; allereerst wordt er in de studentenwereld een scheiding gemaakt tussen studenten die lid zijn bij een studentengezelligheidsvereniging en die dat niet zijn. De eerste categorie spreekt de tweede veel minder dan hun eigen categorie. Dat moet logisch klinken. Men ziet elkaar immers op de vereniging waar buitenstaanders niet mogen komen.

Maar het gaat verder. Binnen lid zijn van een studentenvereniging wordt onderscheid gemaakt tussen zij die lid zijn van de corpora, van de oorspronkelijke katholieke verenigingen en alle recentere verenigingen daarna. Tussen eerste en tweede ontstaat doorgaans frictie omdat ze concurrentie betekenen. Studenten kiezen over het algemeen redelijk onverschillig, zodat elk jaar er een balans is tussen de verenigingen.

Echter, concurrentie betekent afgunst. Sommigen spreken niet met elkaar, gaan niet naar de kroegen van de ander, niet naar hun feestjes en wonen niet in bepaalde huizen. Wie naar de UBB gaat zal het vanzelf zien; groepjes eensgezind kledende en sprekende houden plekken of verdiepingen bezet. Wie tot zo een groep hoort kan niet bij een andere gaan zitten. Boze blikken van beiden partijen zal het gevolg zijn.

Maar binnen de vereniging begint de verzuiling pas echt! Uiteraard is de jaarclub de echte zuil. In welke jaarclub je zit vormt voor een groot deel welke mensen je spreekt of niet spreekt. Daaronder staan disputen, ook hier is er een uitgesproken concurrentie, verticalen en commissies. Zo kan het zomaar voorkomen dat de actieve verenigingsstudent de zaal binnenloopt en vier tafeltjes ziet: één van zijn dispuut, één van zijn jaarclub, één van zijn commissie én één van zijn verticale.

En als je aan elke tafel een biertje moet doen zal het een verdomd lange avond worden.