Vorige week was het weer eens tijd om een dubbele Windsor te knopen en mezelf te hijsen in een vers gestoomd pak. Jawel, er stond weer een bezoekje aan een advocatenkantoor op het programma. Of nou ja, ik had me daar zelf voor ingeschreven als lid van het Molengraaff dispuut. Dit is een dispuut voor studenten met interesse in het privaatrecht. Lid worden gaat overigens niet zomaar; je moet uitgenodigd worden. Ik kreeg een tijdje geleden een uitnodiging doordat ik een keer een 8,5 haalde voor een privaatrechtelijk vak. Dat ik eerder ook wel eens een 6 had gehaald deerde blijkbaar niet.
Het bezoek was aan De Brauw, voor zover ik weet het grootste advocatenkantoor van Nederland en zeker de grootste (en gezien de zware bronzen kleerhangers vast ook de rijkste) op de Zuidas. De middag begon met een (standaard)presentatie over het kantoor. Daarna was het de beurt aan een advocaat van De Brauw, die ons even kwam bijspijkeren over het leerstuk van dwaling (dat is een overeenkomst die onder invloed van een onjuiste voorstelling van zaken tot stand is gekomen). Deze bijspijkersessie was de opmaat naar een korte oefenrechtbank. We werden in groepjes ingedeeld om na een korte voorbereiding gehuld in toga een bepaalde casus te bepleiten. Na afloop was er een borrel inclusief een overvloed aan drank en schalen met bittergarnituur.
Prima bezoekje was dat en altijd nuttig om een beetje een indruk te krijgen van het kantoor en de mensen die er werken.
Maar het kan altijd nog beter. Gisteren was er in het kader van het Utrecht Law College een bezoek aan Banning, een advocatenkantoor in ’s Hertogenbosch, al gingen wij naar een kleinere vestiging van Banning in Rotterdam. Die vestiging richt zich vooral op het handelsrecht en al het andere juridische dat om de hoek komt kijken bij de werkzaamheden in en om de Rotterdamse haven. Ter inspiratie kregen we een uitgebreide bustour door de haven met een kundige gids voor wie de haven geen geheimen had. Na de tour kregen we tegenover de nieuwe Maasvlakte 2 een paar presentaties van bedrijfsjuristen. De dag werd afgesloten met de nimmer ontbrekende borrel.
Vergelijkenderwijs was Banning net even specialer dan De Brauw. Je kon merken dat ze net even wat meer moeite voor ons hebben gedaan. Zo’n tour door het havengebied was een mooi extraatje en later bij de borrel kwam ook nog even een ‘hoge piet’ ‘hallo’ zeggen, terwijl je het bij De Brauw met een recruiter moet doen. Bij Banning was het dus meer een red carpet treatment.
Maar al met al zijn dit soort bezoekjes altijd de moeite waard, al was het maar voor de gratis drank en bitterbal aan het einde.