Repatriëren
Het moment dat ik met vierhonderd andere lotgenoten in de zeer vroege ochtend acte de présence moest geven staat mij nog helder bij. Weinig idee wat er de komende 15 dagen gebeuren zou, een vervelend nerveus gevoel en de behoefte om te kiezen voor makkelijke uitwegen. De ontgroening, tegenwoordig eufemistisch Kennis Makings Tijd (KMT) genoemd was een gedenkwaardige tijd. Hoewel iedereen hem anders meemaakt kan men over het algemeen stellen dat het twee weken zijn waarin je de situatie niet kan controleren.
Echter, het werkt versterkend in het opzicht van relativering en acceptatie. Het leert u te begrijpen dat op een bepaald moment ieder uit zijn veilige schulp moet kruipen en vervelende situaties moet aangaan. De kwaliteit om kritiek te kunnen incasseren en ermee om te gaan is een zeer waardevolle. Tijdens uw studie zult u voor lastige situaties staan waarin u ongetwijfeld denkt onheus te zijn bejegend. Een olifantenhuid is in de huidige, harde studentenwereld geen overbodige luxe.
Desalniettemin, zo nu en dan geraak ik in een situatie die me stellig doet denken aan de groentijd. Zo had ik deze ervaring afgelopen maandagmiddernacht. Het was buiten nog zeer aangenaam gezien de weergoden van Zuid-Frankrijk mij temperaturen van boven de vijfendertig voorschotelden. Helaas had ik hierop niet geanticipeerd en in te warme kledij vertrok ik richting nachttrein die mij naar Parijs zou brengen.
‘Travel light’ is een advies dat mij nimmer is bijgebleven. Ik had zo overdreven veel spullen mee op mijn buitenlandstudie dat een fraai chateau er geheel gevuld mee had kunnen worden. Gelukkig kon ik een en ander meegeven aan andere Nederlanders. Dat neemt niet weg dat ik met één koffer van honderd kilo (waar de hendel van afbrak na vijf minuten lopen) twee tassen en tennisracket en een pakhoes met vijf jasjes erin mee had.Dit maakt de mens weinig bewegelijk. Zo weinig bewegelijk zelfs dat ik na vijf minuten lopen slechts enkele meters had afgelegd en mijn gezicht en rug een bad van vers, zilt zweet waren. Mijn handen deden door de wrijving van het trektouwtje (in plaats van de hendel) na tien minuten dusdanig pijn dat ik in een oprecht huilen kon uitbarsten.
Eenmaal aangekomen op Toulouse Gare moest ik mezelf proberen te loodsen in de slaaptrein. Liefhebber van treinreizen in eerste instantie kwam de tweede deceptie vrij spoedig: ZELDEN had ik zo een armzalige cabine gezien waarin vijf oudere bokken lagen te snurken. Zelden heb ik zo slecht gestorven en zelden heb ik op één dag zoveel liters gezweet.
Toen eenmaal de trein begon te rijden, terwijl ik nog zwaar nahijgde van alle inspanningen en mijn rug plakte aan het onaangename stapelbed dacht ik even terug aan de ontgroening. Daar sliep ik op mijn eigen matje. Wat een luxe was dat.