dinsdag 24 mei 2011

Objection, Your Honor!

Over een paar dagen is het weer zover. Dan zal de werkgroep van het vak ‘European Law’ worden omgetoverd tot een imaginaire rechtbank, waarin wij rechtenstudentjes ons wanen als echte advocaten, rechters en advocaten-generaal.

Op zichzelf zijn dergelijke sessies altijd leuk, al ben ik eerlijk gezegd wel van mening zeggen dat er inmiddels een beetje de sleet op komt. Ik geloof dat dit alweer de vijfde ‘moot court’ is. Bij bestuursrecht, internationaal recht, europees recht; bij heel veel vakken moet je je in de denkbeeldige toga hullen en erop los pleiten. Door deze frequentie begint het een beetje een ‘routinair ritueel’ te worden.

Vrijwel altijd moet je een week voorafgaand aan de oefenrechtbank een vijf pagina tellende pleitnota inleveren waarin je uitgebreid de argumenten voor jouw partij uiteenzet. En dan een week later is het een kwestie van kernachtig de boel ‘opdreunen’ en hier en daar op elkaar reageren.

Voor de curus Legal English for Academic Purposes (LEAP) staat er voor volgende week ook een moot court gepland. Deze moot court kijk ik erg naar uit, omdat deze hele cursus op het Engelse rechtssysteem is gericht, en dat betekent: juryrechtspraak. Dan krijg je dus ondervragingen van getuigen en als advocaat de kans om voortdurend ‘objection’ te roepen!

Helaas heb ik de rol van ‘defendant’ gekregen en mag ik geen ‘objection’ roepen als een advocaat van de tegenpartij te ver in het ondervragen van een getuige. Ik moet vragen beantwoorden van zowel mijn eigen advocaten als van advocaten van de tegenpartij. De casus is een auto-ongeluk. In mijn Ford Transit busje haalde ik een vrachtwagen in vlak voor een bocht, terwijl er een hardrijdende tegenligger aan kwam. De tegenligger raakte mijn busje, schoot van de weg, knalde tegen een boom en was op slag dood.

Het is de taak aan mij om in mijn antwoorden zo min mogelijk ‘munitie’ aan de tegenpartij te geven, en mijn advocaten dienen door scherpe vragen aan bepaalde getuigen het de tegenpartij lastig te maken. Dit alles zodat de toekijkende jury niet gelooft dat mijn schuld bewezen is ‘beyond a reasonable doubt’.

En dat betekent voor de advocaten onherroepelijk ook een beetje theater en overtuigingskracht; alles om de jury maar te bespelen zodat ze het (feiten)oordeel ‘not guilty’ zullen vellen. Om mijn kansen te verhogen ga ik mijn advocaten van het verdedigingsteam nog even aanraden wat episodes van Law & Order te kijken voor wat stevige juridische oneliners: “Objection, Your Honor! Strangling the witness”.