woensdag 25 mei 2011

De mythe van de democratie IV

De mythe van de democratie IV


In dit sluitstuk maak ik een sprong naar het heden. De afgelopen delen heb ik u proberen te laten zien dat de komst en ontwikkeling van het democratisch gedachtegoed moeilijk en dubbelzinnig was. Volgens velen verkeert de democratie in crisis. Wat mij betreft is dat onjuist. De democratie floreert. Ze laat echter haar lelijke gezicht zien.

Waarom zou de democratie in crisis zijn? Vanwege twee heikele punten: 1) de opinie-democratie en 2) het populisme. Het belangrijke punt is in hoeverre Nederland resistent kan zijn tegen deze twee toenemende invloeden.


Wat betreft de opinie-democratie. Kamerleden, ministers, rechters en zelfs leden van het koninklijk huis presenteren zich meer publiekelijk dan ooit. Opiniestukken in kranten, Twitter, Facebook, De Wereld Draait Door, Pauw & Witteman, Knevel & Van den Brink, Buitenhof etc. Een onuitputtelijke lijst aan media. Aan de politiek valt tegenwoordig niet meer te ontkomen. Wie een krant openslaat of de tv aanzet zal direct of indirect geconfronteerd worden met de politiek. Dit is in het geheel geen probleem. Steker nog, dit is democratie. De burger is sterk betrokken bij zijn staatsvormen.

Gevaarlijk wordt als de mens en de ambacht op een bepaald punt niet meer onderscheiden kunnen worden. Door de grote aandacht voor de mens achter de politicus kan er frictie ontstaan op persoonlijke eigenschappen in plaats van inhoudelijke boodschappen. Zo werd Balkenende bekritiseert op zijn haar, konden mensen niet luisteren naar Eurlings, wordt Rutte afgerekend op zijn vrijgezellenbestaan en studentikoze uiterlijk enz. Hoeveel stemmers stemmen nog op de inhoud van een partij?


Daar komt het gewicht van de opinie bij. Aan de kant van de politiek worden spindokters ingeschakeld die politici voorbereiden en behoeden voor listige foefjes of versprekingen, over de manier van gesticuleren, van houding en van gezichtsuitdrukking. Aan de kant van de media en de massaopinie wordt de politicus hevig gescreend en schijnt er geen plek meer te zijn voor consensus. Iedereen heeft een mening, publiceert zijn mening op enig medium en discussieert. Ik las eens een Belgisch artikel waarin onze opinie-democratie werd getypeerd: '' een ergste wat je een Nederlander kan aandoen is door naar hem te luisteren of te zeggen dat je geen mening hebt''. Wie geen mening heeft in Nederland telt immers niet mee.


Door het belang van de massamedia en de opinie-democratie ontstaat er een bestaansgrond voor populisme. Populisme speelt in op heftige, doorgaans rechtlijnige uitspraken en leuzen. Op onderstreping van problemen en oplossing in duidelijke, doorgaans gesimplificeerde taal. Tevens bepaalde politieke acties: zo werd Geert Wilders een jaar geleden verweten dat het ondemocratisch was dat hij de Tweede Kamer zaal verliet, zo deed onlangs de SP hetzelfde. Zich onthouden van bepaalde media of juist zeer veel aandacht besteden aan anderen. Het populisme ontpopt zich altijd het meest wanneer er sterke meningen en verdeeldheid heersen.

De mythe van de democratie laat zich duidelijk zien. Transparantie, eerlijkheid, controle zijn geen vanzelfsprekende eigenschappen. In stukken van de oude Grieken tot essays van de Franse revolutionairen waarschuwde men voor de mogelijke verdeeldheid die tot anarchie of onbestuurbaarheid kan leiden (zie bijv. Belgie). Men waarschuwde voor de misbruik van het woord en de media die tot incompetente leiders kan leiden.


Dit neemt niet weg dat democratie een zeer positieve keerzijde kent. De democratie heeft aan de basis gestaan voor liberalisme en socialisme, tot een Europese markt, tot een interstatelijk leger. In deze stukken heb ik enkel een nuance willen aanbrengen. Wie zich wil mengen in een discussie over de democratie kan zowel beiden kanten belichten. Een kwaliteit die een jurist immer moet bezitten.