Afgelopen vrijdag viel mijn oog op een bericht over het natuurkundige fenomeen supergeleiding, dat honderd jaar geleden door de Nederlandse wetenschapper Heike Kamerlingh Onnes werd ontdekt. Deze briljante wetenschapper, die in 1913 de Nobelprijs voor de Natuurkunde kreeg, deed allerlei belangrijke ontdekkingen, waaronder het vloeibaar maken van helium en supergeleiding. Als eenvoudige alfa zal ik jullie een uitleg besparen over wat supergeleiding precies is, want dat is gedoemd te mislukken.
In het bericht stond ook te lezen dat Kamerlingh Onnes natuurkunde, scheikunde en wiskunde had gestudeerd. Toen ik dat las kon ik de volgende gedachte niet onderdrukken: Maar goed dat hij leefde van 1853 tot 1926, en niet in dit ‘Plasterk-tijdperk’. Voormalig minister Plasterk (uit het vorige kabinet) heeft namelijk een wetswijziging doorgevoerd waardoor het doen van een tweede (en derde) studie onbetaalbaar wordt.
In het kader van het tweedejaars ULC-project, schrijf ik daar nu een paper over. Met twee anderen probeer ik in kaart te brengen in hoeverre de zogeheten ‘algemene beginselen van behoorlijk bestuur’ rechtsbescherming kunnen bieden voor studenten (waaronder ondergetekende ook behoort) die op dit moment al bezig zijn met hun tweede studie. Zij zien zich geconfronteerd met veranderde regels terwijl ze met hun tweede studie waren begonnen, nog voordat Plasterks wetswijziging een feit was. Een fraai staaltje van de spelregels veranderen tijdens het spel, en dat mag eigenlijk niet op grond van het rechtszekerheidsbeginsel.
Had Kamerlingh Onnes nu geleefd en wilde hij zowel natuurkunde, als scheikunde en wiskunde studeren, dan was hij een godsvermogen kwijt geweest. Stel dat hij natuurkunde en wiskunde tegelijkertijd zou doen en daarna een studie scheikunde. Dan was hij, conform de huidige bedragen bij de Universiteit Utrecht, voor zijn studie scheikunde ruim € 45.000,- kwijt geweest. Tel uit je winst. Dat is zo idioot duur, dat hij waarschijnlijk nooit al deze studies had kunnen afronden, en dan had hij wellicht nooit zijn belangrijke ontdekkingen gedaan.
En dat zou natuurlijk buitengewoon slecht zijn voor onze kenniseconomie. Maar helaas vindt de Haagse politiek onderwijs heden ten dage een vervelende kostenpost en aldus is het een zeer geliefd bezuinigingsobject (denk ook aan de langstudeerdersboete). En dat is zeer dom, want landen om eens heen investeren veel meer in onderwijs en halen ons links en rechts in. Met deze huidige regelgeving vraag ik me af of we ooit nog een Nederlandse Nobelprijswinnaar als Kamerlingh Onnes kunnen begroeten. Misschien moeten die lui in Den Haag eens goed luisteren naar de Amerikaan Derek Bok die een mooie uitspraak over onderwijsbezuinigingen heeft gedaan: if you think education is expensive, try ignorance…