Vanochtend werd ik (met een kater) wakker in mijn nieuwe bed en toch moest ik even nadenken. Het is geen droom, we zijn nog steeds in Warwick! Hoewel het absoluut nog even wennen is, heb ik nog geen seconde spijt gehad van mijn keuze hier naar toe te gaan. Mijn blog is waarschijnlijk niet zo uitgebreid en in detail als sommigen wellicht hopen, maar dat heeft alleen met tijdsgebrek te maken; ik heb een erg vol introductieprogramma.
Dit weekend zijn al mijn huisgenootjes van het complex Jack Martin aangekomen. Nerveus maar toch ook benieuwd kwamen de meeste Engelse studenten stuk voor stuk binnen druppelen. Hoewel ik mijn twee volle koffers die ik vanuit Nederland heb meegenomen al redelijk veel vond, kwam het merendeel van de studenten hier met afgeladen auto’s aanzetten. De meeste eerstejaars hadden waarschijnlijk hetzelfde gevoel dat ik had toen ik een paar jaar terug mijn eerste stappen binnen de Universiteit Utrecht zette; een klein beetje spanning, maar vol ambitie. Omdat het complex vrij groot is heb ik nog niet de mogelijkheid gehad om me aan iedereen voor te stellen. Toch ben ik er zeker van dat het slechts een kwestie van tijd is voordat ik ze allemaal bij naam ken.
Tijdens de welkomstbijeenkomst van afgelopen vrijdag heeft het hoofd van het International Office – een man met een werkelijk prachtig Engels accent – ons op de moeilijke aspecten van het studeren in een ander land gewezen. Eén daarvan heb ik afgelopen weekend ondervonden, namelijk de taal. Hoewel ik de “Legal English for Academic Purposes”-cursus op de UU met een ruime voldoende heb afgesloten, is het spreken in het Engels toch niet zo makkelijk als ik had gedacht. Vooral in grote gezelschappen is het moeilijk om ad rem op opmerkingen te kunnen reageren. Op het moment dat ik nog aan een vertaling zit te denken, zijn mijn Engelse medestudenten al twee stappen verder. Het feit dat er overwegend Engelsen om mij heen wonen maakt dat ook nog eens een stuk moeilijker. Het positieve eraan is echter wel, dat ik het op deze manier wel sneller zal leren. Het duurt ongeveer anderhalve maand voordat je op een redelijk niveau met de rest mee kunt praten en na een tijdje schijnt het dat je zelfs in het Engels gaat dromen. Ik kan niet wachten!
Vanaf morgen begint het allemaal voor het “eggie”. Ik heb nu, na een wilde en hectische introductieweek, absoluut behoefte aan meer structuur in mijn leven in Engeland. Ik heb er dan ook heel veel zin om hoorcolleges en werkgroepen te gaan volgen en op die manier ook nieuwe mensen te leren kennen. Het fijne is dat men hier ongeveer hetzelfde systeem hanteert als in Utrecht. Gemiddeld heb ik 2 uur hoorcollege en 2 uur werkgroep in de week. Het enige wat wel verschilt is dat ik hier meer vakken per periode volg dan in Utrecht. Aangezien de bureaucratische machine hier op volle toeren draait, houd ik het voor vandaag hier bij, want er ligt werkelijk waar een stapel papierwerk op mij te wachten…