Wandelon
Billie Holiday zingt met trieste pianist 'Autumn in New York' terwijl ik uit mijn raam naar buiten kijk. Doordat het lot mij malafide gezind bleek is mijn trouwe stalen ros in handen gevallen van geboefte. Dat betekent doorgaans een periode van lange wandelingen door het gebrek aan inspanning én geld om een een nieuwe fiets te kopen.
Nu is wandelen in mijn optiek niet een bezigheid van een student. Oudere van dagen die de gewrichten nog tot een bepaalde mate soepel moeten houden en jonge gezinnen met kinderen die de gewrichten moeten ontwikkelen, daarvan zie ik de logica. Maar mijn hart is in deze tijd gevuld met een groot onrust, een kwade voorbode van zware tijden die komen gaan (de november en december maanden zijn de grootste aanslagen op de goudvoorraad van elke heer). Tijd heb ik wel, maar het bewustzijn dát ik het heb ontbreekt. Zoals J.C Bloem ooit schreef 'jeugd is onrustig zijn en 'n verdwaasd hunkeren naar onvergankelijke beminden, en eenzaamheid is dan gemis en pijn'. Geen enkel jaargetijde is ooit zo treffend samengevat.
Dus in plaats van een gehaast tempo op de fiets ben ik veroordeeld mij met passen voor te zetten. Mijn ijdelheid reflecteert zich in mijn loopgedrag; te snel lopen geeft mij het aanzien van een pinguïn en te traag geeft te weinig dichterlijke flair. Mijn stoute schoenen aantrekkend bereidde ik me voor op een kleine wandeling naar het Ledig Erf. Het Ledig Erf; de plek waar vijfdejaarsstudenten zich nu eenmaal moeten begeven. Waar is de tijd heen dat ik als jonge vogel op de Neude zat?
Terwijl ik langs de singels loop, prachtige kleuren en geweldige ideeën voor boeken kennis met me maakt een gevoel van spijt zich langzaam van me meester. Dit wandelen is zo slecht nog niet. Met ervaart de natuur, ruikt nog eens de verse –ruik dan toch die verse lucht belhamels!- lucht en loopt over paden die normaal niet toegankelijk zouden zijn. Verdomd, ik had dit vaker moeten doen.
Maar juist op het moment dat ik richting een dichterlijk extase geraak steekt realiteit me als een lans in mijn hart. Een roedel wolven, herdershonden en krijsende kinderen met druipend voedsel stormt af/op/naast me waardoor er krassen in het leder van mij schoeisel komt, vlekken in mijn verse broek en niet kies ruikende geuren op mijn hemd.
Nooit meer lopen.