Een kleine twee maanden verblijf ik nu in Sydney en het semester is nu ruim een maand aan de gang. Aldus heb ik nu een beetje kunnen ruiken aan het systeem van de common law en hoe zich dat verhoudt tot ons rechtssysteem van de civil law traditie.
Ik stond al klaar om de common law helemaal de hemel in te prijzen en ons systeem de grond in te boren. Weg met de soms wat saaie rechtszaken en lang leve de levendige trials. Weg met de dikke wetboeken en hulde aan de vele rechterlijke uitspraken die in de common law nog veelal de basis van het recht vormen. De messen waren geslepen...
Het liep echter anders. Nu na een week of vijf dringt de – wellicht ietwat voorbarige – onverwachte conclusie zich onherroepelijk op: wat is die common law toch nodeloos ingewikkeld.
Ineens begin ik die diarreekleurige wetboeken en de soms oneindig lange zinnen met een recordaantal komma’s een stuk meer te waarderen. Een aardig voorbeeld is de Australische regulering van de privacy omtrent medische gegevens. Ik heb de verschillende regelingen en wetten geteld en ik kwam uit op iets van twaalf. En dan verschilt het vaak ook nog van staat tot staat. Goed, toegegeven, in Nederland heb je op dit punt ook meer dan enkel de Wet bescherming persoonsgegevens, maar de spaghetti aan regelgeving hier in AustraliĆ« is nog een heel stuk complexer.
Dat heeft waarschijnlijk veel te maken met het feit dat het systeem in de common law landen (o.a. Engeland, Amerika, Canada en Australiƫ) nog steeds erg historisch is. Men schaft hier zelden iets af en geregeld wordt er verwezen naar uitspraken van rechters van meer dan een eeuw geleden.
Tegenwoordig echter worden er steeds meer acts (wetten) gemaakt door het parlement. Het lijkt er dan ook op alsof men beetje bij beetje steeds meer in de pas loopt met de civil law traditie. Al mogen ze dan nog wel een keer een lesje bij ons komen volgen in het maken van systematisch opgebouwde wetten. Dan kunnen wij misschien iets van hen leren voor wat betreft de levendigheid van rechtszaken.