donderdag 12 mei 2011

Recht & Literatuur III

In dit sluitstuk wil ik het hebben over een werk dat belangrijk zal zijn voor het begrijpen van de mens en het leven.

' L'étranger' van de Franse schrijver Albert Camus is het centrale werk van de Absurdistische beweging. In het verhaal wordt koelbloedig en zonder reden iemand doodgeschoten met gevangenschap als gevolg.

In de gevangenis realiseert de dader zich dat hij in het geheel geen spijt heeft van de moed. Hij besluit zijn tijd in de cel te wijden aan het nadenken over het leven. Hij concludeert dat de wereld waanzinnig is. Er is enkel één maatschappij gebaseerd op deugd en werk. De mens moet zich noodgedwongen aanpassen. De vier fasen van de mens: geboren worden, studeren, werken, doodgaan. Vlak voor het schavot realiseert hij zich: hij is een vreemde, een étranger, geworden in zijn eigen wereld.

Tijdens het studentenleven, doorgaans zo in de tentamentijd, zal er een zeker moment van bezinning komen. Men twijfelt aan het nut van studeren, van de studie, van de uren inspanning. '' Moet ik niet doen wat ik écht leuk vind?''. Camus, die zelf het leven tot het maximale heeft geleefd, legt briljant uit dat het leven zich haaks op de maatschappij stelt. De maatschappij gaat altijd door als een perpetuum mobile, maar het leven, dat moet geleefd worden.

De komende vijf jaar zullen in teken van de geest staan. U zult zich levensvragen stellen. U zult studeren. Maar vergeet niet te beseffen dat de student in principe ook ontvreemd is. Zoals de moordenaar zich aan het eind van het boek beseft zult u ook beseffen: wie ontvreemd is van de maatschappij, die leeft in werkelijke vrijheid.