Het trots zijn op het vaderland is een sentiment dat met name na de Tweede Wereldoorlog versterkt is. De nog altijd onsterfelijke, haast mytische 'generaal' Charles de Gaulle vocht tegen de Duitsers en haalde Frankrijk uit het slop. De Gaulle, een man met een sterke, militaire persoonlijkheid was er één van de oude stempel. Tegenspraak was hem vreemd, ijdelheid ook. Na zijn twee termijnen als Président de la République moest De Gaulle opstappen. Zijn tijd was voorbij. Met onbegrip in zijn ogen keek hij de Franse Culturele Revolutie tegemoet en constateerde dat hij spoedig moest gaan sterven. De jeugd was waanzinnig geworden. Hij trok zich in redelijke ballingschap terug en weigerde een pensioen van de staat. In redelijke armoede en soberheid stierf De Gaulle.
De Gaulle was een patriot, een nationalist van de zuiverste klasse. Tevens was hij eigenwijs. Twee kenmerken die Fransen heden ten dage maximaal bezitten. Georges Pompidou en Valéry Giscard d'Estaing namen de onbuigzaamheid van De Gaulle weg. Maar, beiden mannen waren in tegenstelling tot de betrekkelijk eenvoudige De Gaulle bekend met de hogere milieus en gedroegen zich hier na. De fundamenten voor de dandy-achtige Franse politiek werd gelegd. Wonen aan het Palais d'Élysée, dineren in de duurste restaurants en tot ver na hun ambt zéér betrokken blijven bij allerhandse zaakjes.
De tweede held van de Vijfde Republiek werd François Mitterand. Samen met Helmut Kohl zorgde hij voor de stabilisatie van de Europese Unie. Mitterand, die uit een gezin van zeventien kinderen kwam bleef maar liefst vijftien jaar de functie van Président vervullen. Zijn meest gevleugelde uitspraak, die met de affaire Strauss-Kahn veelvuldig geciteerd wordt is '' et alors?''. Zijn antwoord op een uitspraak van een Parijs blad, dat het bestaan van zijn buitenechtelijke dochter aan het licht bracht. Met ''et alors'' gaf Mitterand aan dat het praktijk was binnen de top van de Franse politiek om er allerlei affaires op na te houden.
Als men pakweg 30 jaar Nederlandse politiek neemt ziet men de grote verschillen. Dries van Agt was een heertje, maar veel te vroom om zich met schandalen te mengen. Ruud Lubbers was een echte Franse politicus die zijn charisma maximaal uitbuitte en niet vies was van billenknijperij. Wim Kok en Jan-Peter Balkenende te braaf om überhaupt in maatpak te lopen. En nu Mark Rutte. Hij moet zich te zien rooien in een verdeeld, hypocriet en braaf Nederland. Het is blijven hopen op een nieuw schandaal.