zondag 15 mei 2011

De mythe van de democratie I

De mythe van de democratie I


Als rechtenstudent zult u één ding snel merken. Politiek en recht zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Niet alleen is de wetgever een politiek gelegitimeerd orgaan, tevens kruisen gebieden elkaar op enkele delen van het recht. Denk aan het oorlogsrecht, het oorlogsrecht of bestuursrecht. Een kreet die men heden ten dage vaker hoort is dat de democratie in gevaar is. In sommige bladen wordt zelfs betoogd dat de rechtstaat afbreuk wordt gedaan en worden vergelijkingen getrokken met de Tweede Wereldoorlog. Daar laat ik mij hier niet over uit. Ik wil de komende stukken u laten zien hoe de democratie tot stand is gekomen opdat u er een deftig woord kan spreken over enkele maanden.


De Grieken worden beschouwd als de grondleggers van de democratie. De woorden demos & kratos die vrij vertaald volk en macht betekenen stammen van de ouden Grieken. Daar horen twee opmerkingen en twee problemen bij. Allereerst, men moet opmerken dat de opkomst van de 'antieke democratie' niet in één keer maar geleidelijk kwam en dat daarbij de Grieken onzeker waren in welke staatsvorm zij verkeerden. Daar komt bij dat men met twee principiële problemen zit: 1) wie is het 'volk? 2) wat is de macht? Dit verklaart de ambiguïteit van de democratie en haar talrijke vormen; directe democratie, representatieve, gouvernementele, consulaire, passieve etc.

Rond 6000 v.Chr. Ontstond er in Milete en Athene een behoefte aan een gelijkheid voor de wet, zogenaamd isonomie. Het betrof hier een stedelijke en politieke gelijkheid, geen sociale. Met de isonomie ontstonden vormen waarvan de termen tegenwoordig nog gebruikt worden: consuls, assemblees. Politiek werd hierdoor een zaak van stedelingen.

Nu ga ik Ajax kijken, dus deel twee volgt snel.