zondag 7 november 2010

Woorden maar geen daden

En zoals ik de laatste tijd aan heel veel dingen denk maar weinig ten uitvoer breng (als in: woorden maar geen daden) gaat dat ook zo met de scriptie. Eenmaal aangeland bij hoofdstuk 5 en daarmee al een heel eind op weg loop ik tegen een MUUR aan. Of een dood punt. Hoe je het ook wil noemen. Iedere student is bekend met zo'n MUUR. Af en toe komt de trein gewoon even tot stilstand. Oorzaak vaak onbekend. Weer vertrekken vaak bijzonder moeilijk.

Mijn trein kwam tot stilstand nadat ik hoofdstuk 4 heel blij had ingeleverd afgelopen week. Meestal neem ik daarna even een dag adempauze om vervolgens weer fris aan een nieuw hoofdstuk te kunnen beginnen. Dit keer bleef het vertrek echt uit. Boeken heb ik al gehaald, ik voel me prima, heb verder weinig te doen, maar toch lukt het niet.

De vermoedelijke oorzaak is gelegen in het onderwerp van hoofdstuk 5. De titel luidt 'verzekering', zij het dat ik nog nooit in mijn zes jaar durende studieloopbaan ook maar iets van verzekering heb gelezen of geleerd. Ik weet dus werkelijk niet waar ik moet beginnen en daardoor trekt de MUUR zich alleen maar verder op.

Vandaag lukte het me eindelijk een boek over verzekering open te slaan en van het begin af aan, met het wetboek ernaast, me te verdiepen in het onderwerp. De moeilijkheidsgraad valt achteraf gezien best wel mee. De MUUR bouwt zich langzaam af. Steentje voor steentje.

Net als de MUUR bijna dreigt te vallen, wordt ik gestoord door een moeder die hulp vraagt bij het oplossen van haar cryptogram, een broertje dat in huis binnen komt vallen en de tv aanzet, nóg een broertje die soep gaat maken in de keuken en dan ook nog eens een vader die een nieuwe broek heeft gekocht en die graag wil showen. Ondertussen gaat de telefoon ongeveer 4 keer, de buitendeur 10 keer open en dicht en valt de soeppan uit de kast. Welke dag is het ook alweer vandaag? Ow ja zondag, dan is natuurlijk iedereen in en rondom het huis. Want zo gaat het op zondag. Dág concentratie, hállo MUUR.

Ik houd me vast aan de gedachte dat het morgen maandag is en dat ik als ik wil het huis heel de dag voor mezelf alleen heb en dat ik dan zeker koppen met spijkers ga slaan. Als ik wil kan ik me dan ook altijd nog verkassen naar de bibliotheek. Maar dat is voor noodgevallen, want nergens zo fijn als thuis met vanalles binnen handbereik. Voor nu geef ik me denk ik maar over aan de luiheid van de zondag.