Ingrediënten voor een oefenrechtbank: 2x pleiters (voor elke partij 1) en een rechter. Aangezien de vraag eigenlijk maar gericht was op een partij en een deel van de klas moest pleiten voor de andere partij, was de ene partij in het nadeel. Uiteraard zat ik in deze groep, de 10 minuten voorbereidingstijd die wij kregen waren daarom wel erg krap. En aangezien natuurlijk niemand veel kan voorbereiden in 10 minuten was het een lekkere puinzooi. Na deze 10 minuten was het de bedoeling dat elke groep een pleiter respectievelijk rechter koos om te pleiten c.q. recht te spreken. Uiteraard had niemand uit mijn groepje zin om de in 10 minuten bij elkaar geraapte argumenten te gaan bepleiten. En aangezien ik de enige met laptop was en nog enigzins wat had opgeschreven was het logisch dat ik dan maar als advocaat op zou treden. En ook al was de voorbereiding bagger, het was ontzettend leuk om te doen! Om jouw cliënt, in dit geval een land te mogen verdedigen is echt heel leuk. Het zoeken van argumenten en bepleiten waarom jouw partij nou gelijk heeft, ook wanneer dit niet zo voor de hand ligt is een leuke uitdaging. Volgende week hebben we nog de tijd om een pleitnota te schrijven en de week daarop moeten we dan voor een cijfer de oefenrechtbank doen. Wat ook erg leuk is, is dat naast een pleitnota schrijven en dit tijdens 'de zitting' te moeten toelichten, je ook nog de mogelijkheid krijgt om op elkaars verweer te reageren. Dit wordt ook wel 'dupliek' of 'repliek' genoemd. Daarbij krijg je nog een keer de mogelijkheid om de rechter er van te overtuigen dat jij gelijk hebt.
Rechten studeren is leuk!!