Ik weet nog goed dat ik na het in ontvangst nemen van mijn diploma, de schijnbaar 'langste vakantie van m'n leven' tegemoet zou gaan. Ik moet zeggen, het vallen in een ruim twee en een halve maand lang durend zwart gat zonder enige verplichtingen, beviel me erg goed. Naarmate het eind van de zomervakantie nadert wordt bij menig student de vrolijke zomerstemming vervangen door een 'shit, ik moet bijna weer naar school-gevoel'.
Dit gold dit jaar echter niet voor mij. Na alle verhalen, uiteenlopend van familieleden, vrienden tot verre bekenden, over hoe relaxed Rechten studeren wel niet is(lees: nooit naar colleges gaan, elke dag uitslapen tot 3 uur en pas in februari een keer je boeken open doen), was ik enigszins in de veronderstelling dat ik mijn vakantie de komende jaren rustig voort kon zetten.
Op de eerste dag van mijn introductieweek werd ik, en velen met mij, echter meteen geconfronteerd met de vraag waarom ik voor de studie Rechtsgeleerdheid gekozen had. Het stelde me gerust dat het merendeel deze vraag met niet al te sterke onderbouwing wist te beantwoorden. Ik zelf gooide het op een typisch geval van erfelijke belastheid, het voortzetten van tradities, in de voetstappen treden van mijn vader en broer die beiden de advocatuur ingegaan zijn.
De rest van de introductieweek was vrij rustig en mijn rooster bevatte erg weinig uren, waardoor ik er in eerste instantie nog op vertrouwde dat het een makkelijk jaartje ging worden. Ik werd de week daarna echter vrij snel van dat idee afgeholpen tijdens de kennismaking met het fenomeen ‘zelfstudie’. Ook al heb ik op woensdag vrij en voor de rest maar zo’n vijftien contacturen, er wordt van je verwacht dat je minstens zoveel uren van je vrije tijd steekt in het bestuderen van nieuwe stof, het analyseren van jurisprudentie en het doorspitten van wetboeken. De oude middelbare school methode, waarbij je een dag van tevoren voor het eerst even je boek opent, voldoet niet langer ben ik bang.
En om er zeker van te zijn dat we deze methode snel achter ons laten, staan de eerste drie deeltentamens over anderhalve week al voor de deur. Dit wellicht om alle vooroordelen die over rechtsgeleerdheid bestaan uit de weg te ruimen.
Toch wil ik hier zeker geen beklagschrift van maken. Het feit dat de studie meer vergt dan dat ik van tevoren verwacht had, betekent zeker niet dat mijn leven tijdens de eerste weken als student aanzienlijk zwaarder is geworden. Ik ben ervan overtuigd dat het alleen even een kwestie van wennen is, omdat je erg veel vrijheid krijgt m.b.t. het indelen van je tijd. Ik verkies trouwens zelfstudie boven het verplicht zitten in schoolklassen waar je helemaal niks uitvoert, dus wat dat betreft zit ik bij Rechten wel goed!
Zolang ik nog tijd heb voor het schrijven van stukjes als deze, zal het met mijn vrije tijd nog wel goed zitten. Mocht je op een gegeven moment niks meer van mij horen/lezen, dan behoor ik waarschijnlijk tot de 40 procent die jaarlijks hun Rechtenstudie niet afmaken!(dit stukje heeft ietwat vertraging opgelopen, inmiddels zijn we alweer zo'n maandje verder, maar daarover binnenkort meer!)