Ik heb me dit paasweekend eens heerlijk laten verwennen. Ik heb het weekend doorgebracht bij mijn ouders, waar ook mijn oma en mij zus waren om Pasen te vieren. Tweede paasdag ben ik bij de ouders van mijn vriendin langs geweest. Heerlijk: vier vrije dagen genieten van heerlijke paasdiners- en ontbijten. En dat terwijl al mijn huisgenoten kunnen beamen dat als ik ergens niet van houd, het wel gezamenlijk ontbijten is. Eén weekend per jaar moet ook ik er aan geloven en schuif ik met mijn out of bed-look aan bij mijn tafelgenoten. Echt gezellig of spraakzaam ben ik nog niet echt, maar ik zit er. Af en toe komt er zelfs iets zinnigs uit als ‘mag ik de jam?’ of ‘nee dank je, ik hoef geen ei.’. Ja, dit was een heerlijk lang weekend. Ik vond ook wel dat ik het verdiend had, na afgelopen week. Deze week begon al heerlijk op vrijdag: tijdens een feestje van mijn werk vond de harde lens uit mijn rechteroog het nodig om de grond van het café eens van dichtbij te bekijken. Nadat ik zijn voorbeeld tien minuten lang had gevolgd, kwam ik erachter dat dat zoeken zinloos was: mijn rechterlens had zich verenigd met de kleverige vloer van de Rain in Amsterdam. Aangezien deze blinde mol een sterkte heeft van zo’n min 7, was de avond voor mij meteen ontdaan van al zijn charme. Na zo snel mogelijk weer gevlucht te zijn richting Utrecht, ben ik maar snel mijn bed ingedoken. Huisgenoot Carrie had de volgende ochtend immers een leuke verrassing voor mij in petto: bij gebrek aan vrijwilligers had ze besloten mij mee te slepen naar een debatmiddag van de Nationale Jeugdraad. Hoewel de ervaringen van de avond ervoor niet echt in mijn voordeel werkten (het was ook redelijk laat geworden), was er één ding dat me wel heeft geholpen: met mijn bril op blijk ik ineens een stuk intelligenter en een begenadigd debater. Het weekend ging voorbij, Ajax liep wat in op PSV en mijn leven leek zich weer in rustig vaarwater te begeven. Totdat ik er op woensdagochtend, die tot dan toe gevuld was met frustraties rond de opmaak van mijn eerste The Sirius Times als hoofdredacteur, achter kwam dat mijn portemonnee ontbrak. Waarschijnlijk kwijt geraakt tijdens het fietstochtje van de stad tot aan de Hoogstraat de avond ervoor. Bovendien was hij niet bepaald leeg: pinpas, ov-jaarkaart, rijbewijs, identiteitsbewijs en studentenkaart: alles weg. Toch gek dat je op dat soort momenten er altijd van overtuigd bent dat dat ding toch ergens in huis moet liggen. Na twee dagen het hele huis omgegooid te hebben, gaf ik het op. Of beter gezegd: ik gaf me eraan over. Deze week was niet mijn week. Week twaalf van het jaar 2008: een week om uit het geheugen te verwijderen. Gelukkig was er het witte paasweekend nog; een beetje sneeuw en een berg chocolade-eieren doen blijkbaar wonderen.
Wouter